Het voormalige Cello complex is herbestemd tot acht woningen en volledig verduurzaamd. Het complex bestaat uit twee identieke, maar gespiegelde volumes aan de Geert de Grootestraat en de Brugmanstraat. Het volume bestaat in het middendeel uit twee beuken met lessenaarsdak, waardoor de transformatie naar vier woningen logisch en natuurlijk oogt: twee woningen in het middendeel en twee woningen in het lagere deel links en rechts. Beide hoekwoningen hebben een lessenaarsdak in de andere richting en zijn door de lagere goot- en nokhoogte kleiner dan de woningen in het middenvolume en worden daarom voorzien van een uitbouw.
In het ontwerp van de woningen staat zowel de relatie tussen de verschillende volumes centraal, als de identiteit van de individuele woning. De verbinding tussen de woningen is gezocht in de materialisatie (wit stucwerk met een metselwerkplint en houten accenten). De metselwerkplint verspringt in hoogte om de individuele woningen te benadrukken en de nieuwe aanbouwen aan te laten sluiten bij de rest van de woning. De houten kaders bij de voordeuren accentueren de individuele woning en voegen daarbij ook extra warmte toe aan het geheel. Ten opzichte van het huidige gebouw is ervoor gekozen meer eenheid te zoeken in de diverse raamkozijnen en hiermee direct de achterliggende functie zichtbaar te maken. Op deze manier ontstaat er een rustiger, maar toch speels beeld.
De huidige panden zijn in 1998 gerealiseerd. Dat betekent dat ze in basis een goede bouwkundige kwaliteit en al redelijk goede isolatiewaarde hebben (Rc-waarde 2,5 m2 K/W). Om de woningen verder te verduurzamen zal onder ander de isolatiewaarde van het dak worden opgewaardeerd tot nieuwbouwniveau (Rc= 6 m2 K/W) en zullen de nieuwe kozijnen worden voorzien van HR+++ glas (triple glas). De bestaande gevels zullen aan de buitenzijde tevens worden voorzien van een extra isolatielaag. De uitbouwen van de woningen als omschreven zullen qua isolatiewaarden voldoen aan de nieuwbouwnorm.
Naast het verbeteren van de isolatiewaarden zullen de woningen qua installatietechniek al worden voorbereid op een gasloostijdperk. Zo is elektrisch koken uitgangspunt en zal een laag temperatuur verwarmingssysteem worden toegepast. Ook zal het dak worden voorzien van een nog nader te bepalen aantal zonnepanelen.