Oud en nieuw
Het gebouw is eind jaren twintig neergezet volgens de toen geldende normen. Daarna is het talloze malen verbouwd, steeds om op korte termijn een oplossing te vinden voor nieuwe eisen die het onderwijs stelde. De oorspronkelijke fietsenstalling in het souterrain werd een kleine aula en de naastgelegen ruimte diende als opslagplaats. De leerlingen moesten tijdens de pauze naar deze excentrisch gelegen plaats, terwijl de docenten hun pauze elders in het gebouw doorbrachten. In de hal van de school was het zoeken naar de administratie die wat verscholen in een hoek zat. De monumentale trap leidde naar een donkere hal op de eerste verdieping. De werkruimtes voor docenten werden gesitueerd waar er toevallig plaats was, de spreekwoordelijke gangkast werd echt gebruikt!
Modern onderwijs stelt heel andere eisen aan een schoolgebouw, denk aan ICT-oplossingen in alle lokalen en werkkamers en een ruime aula waar pauzes worden doorgebracht en gezamenlijke activiteiten moeten plaatsvinden. Er moeten praktijklokalen komen voor onder andere het technasium en moderne scheikunde- en biologielokalen. De werkplaats die is vereist voor dit onderwijs is gelegen in de linkervleugel van het gebouw. In de rechtervleugel is nu nog het theater gevestigd, maar zal in de tweede fase van de verbouwing worden omgevormd tot studio, met allerlei audiovisuele faciliteiten. Naast deze aanpassingen aan de 21e eeuw, is ook veel aandacht besteed aan een gezond binnenklimaat van de school, door een ventilatiesysteem aan te brengen. De temperatuur is hierdoor beter te regelen en de lucht wordt permanent ververst. Een noodzaak om in volle klassen de atmosfeer goed te houden.
Functie en routing
In het nieuwe ontwerp krijgen alle grote centrale ruimtes in het hart van het gebouw een belangrijke functie. Via het souterrain betreden leerlingen het nieuwe hart van de school; een opengewerkte lichte ruimte voorzien van lockers en garderobe. Daar hangen ze hun jas op, zoals je dat ook doet thuis in de hal! Er zijn wanden weggebroken, waardoor het een ruimtelijke, in heldere kleuren uitgevoerde, ontvangst is. Centraal ligt de kamer van de conciërge die van daaruit toezicht kan houden op deze ruimte en op het schoolplein. De leerlingen komen, via een nieuw toegevoegd breed trappenhuis, op de begane grond in de centrale hal, die tevens ontvangstruimte is voor bezoekers. Deze komen via de hoofdingang op het bordes binnen. De open receptie, midden achter in de hal, springt meteen in het oog. Vandaar uit is de routing in het gebouw volkomen logisch. In de rechtergang zijn ruime werkkamers voor teamleiders gemaakt. Die hebben een glazen pui waardoor zij contact hebben met wat er op de gang gebeurt. Een vorm van natuurlijke controle.